Tante Til en tante Trut

Wat is het toch een gedoe, dat denken. Je kunt maar beter bezig blijven. Zoals mijn oom Jan ooit zei: “Anders haal je je muizenissen in je hoofd.” En daar had-ie een punt. Hij had dan ook geen rust in de kont. Laatst las ik over dagdromen en hoe je dan al snel aan het piekeren slaat. De kritische stem die altijd met je meekijkt, heet het in therapeutentaal. Waarschijnlijk ken jij hem ook. Nou, geloof me, ik ken haar goed.

In mijn brein hoor ik liever tante Til dan tante Trut. Helaas is tante Trut nogal opdringerig, terwijl tante Til zoveel beter gezelschap is. Tante Til is als een rond en soepel wijntje, gelaagd met een vleugje bloesem. Ze is een lange struise dame en strooit haar kleine levenslesjes achteloos rond. Aan jou of je er wat mee doet of niet. Ze is gul in welgemeende schouderklopjes, en weet die ook echt te vinden. Ze heeft het nooit over fouten en haalt bij miskleunen haar schouders op, ‘’Ach, dat overkomt de beste”, zegt ze dan terwijl er alleen maar warmte doorklinkt in haar zachte stem. En – heel belangrijk – ze heeft zelfspot. We lachen wat af met elkaar.

Nee, dan tante Trut, poeh, wat wil die graag gehoord worden. Zíj komt graag ongenodigd binnen walsen en steekt met een lijzige stem direct van wal, ze weet het altijd beter. Gesticulerend zet ze haar grote handen breed in haar zij om me ongevraagde adviezen te geven. Of me wat ‘sturing’ te geven. Als ik me met een warme kop koffie heb geïnstalleerd en wat voor me uitstaar terwijl tante Til een observatie met me deelt en ik daarop meanderend wegdobber in heerlijke luchtfietserij, hoor ik in de verte tante Trut al roepen. “Chopchop, ga eens wat doen.” En dan volgt er een preek, die ik al eerder hebt gehoord maar die me wel weer terug op mijn plaats zet. Want dat is nodig, stelt ze.

Gelukkig weet ik wat te doen om tante Trut in het gareel te krijgen. Volgens mij houdt tante Trut niet zo van douchen. Of van creativiteit. Of van autorijden.

Ken je dat ook? Dat je ontspannen in je gedachten reist tot je ineens opmerkt dat je al bij de afslag naar Deventer bent? Je zit in een ’flow’. Bij het creatieve proces kan ik ook in die staat van zijn belanden. Dat zijn de mooiste momenten. Er borrelen meters aan gedachten op en die zijn een stuk constructiever van aard. Er ontstaat gericht denken.

Voor ik in de juiste stroom glij, is er wel wat werk nodig. Dat begint met tante Trut uit wandelen sturen. Met haar uit de buurt lukt het me het doel, de zin en de lust voor het doen ervan in te blijven zien. Tante Til kijkt bemoedigend op mijn schouder mee. Tijd stroomt.

Tot ik weer tot zinnen kom. Oeps, daar heb je tante Trut weer.