billboard media

lead pencil studio 2010

Ik heb moeite met sociale media. Met goede moed heb ik de podia van diverse media betreden met de hoop op verrassing en verwondering. Het is leuk om op de hoogte te blijven van de bezigheden van uit het oog geraakte contacten. Meedoen vraagt weinig sociale vaardigheid, de online omgeving is eindeloos en ingericht op zoveel mogelijk deelnemers. De gedragscode van de platforms is overal min of meer hetzelfde: pluimpjes geven door middel van een kinderlijk duimpje omhoog. Toch ben ik op Facebook en Twitter afgeknapt. Het merendeel van de tijdlijn blijkt gevuld met commerciële aandachtvragerij en al scrollend komt er een oeverloze stroom zelfpromotie voorbij. Mensen blijken vooral het opgepoetste of sociaal wenselijke beeld van zichzelf te willen delen.

Ondertussen ‘zit ik’ nog wel op LinkedIn en ook hier ‘like’ ik hier en daar wat. Mijn netwerk bestaat vooral uit mensen die net als ik in de culturele hoek werken. Nu vindt heel mijn netwerk cultuur bijzonder belangrijk en komen er veel berichten voorbij over onderzoeken, initiatieven die het belang van cultuur onderstrepen. Dat vinden we allemaal en huppakee, omhoog gaan de duimpjes. Sinds kort experimenteer ik met de ik-deel-plaatjes-app Instagram. Ook hier dien je te ‘liken’ en ‘likes’ uit te lokken, dit keer via het drukken op een hartje. Net zoals bij Spotify, Facebook en Google nemen de algoritmes het gauw over en hopla, daar krijg ik allerlei tips van te volgen lui die hetzelfde leuk vinden als ik. Dat is nu net een van die niet zo fijne dingen van sociale media. Je ziet alleen wat je wilt zien, je hoort alleen wat je al kent. Maar waar blijft die andere kijk?

Gebruikers van sociale media streven naar een groot netwerk, want hoe meer volgers hoe beter voor het ego of het bedrijf. Zo representeren mensen zich vooral ten opzichte van een groot maar weinig divers publiek, waarbij ook het netwerk, de likes, de volgers een belangrijk onderdeel van de representatie zijn.

Sociale media bestaat zo’n 20 jaar en inmiddels is de interactie steeds meer een marketingmiddel. Nu is marketing erop gericht mensen een bepaalde kant op te duwen met het doel geld te genereren. De waarde van sociaal contact is hieraan ondergeschikt. Het is jezelf in de markt zetten en wij -schapen- doen er allemaal aan mee. Daarom werkt het ook zo goed als marketingtool. Maar ondertussen gaan we onszelf als merk zien en is het ‘economisme’ onder onze huid gaan zitten. We begeven ons vrijwillig in een wereld vol billboards. Willen we dat echt?

Mensen blijken een enorme informatiehonger te hebben en vinden het heerlijk om gevoed worden met nieuwe plaatjes, ideetjes, berichtjes. Helaas is de informatiestroom niet bij te benen, de berichtenomvang maakt mensen murw en onverschilliger. Zo weten we vaker wat een ander doet maar steeds minder wat de ander echt vindt, voelt en denkt.

De hapklare brokken en de inhoudelijk wél interessante dingen staan naast elkaar. Maar omdat het medium oppervlakkig en snel is, blijft het beeld plat. Inhoud wordt al gauw weggedrukt door een volgend bericht. Rust en ruimte voor echt kijken, echt nadenken is er niet. De inhoudelijke kracht van mooie, diepgravende beelden en berichten komt niet tot bloei omdat bloei nou eenmaal tijd en aandacht vraagt. Met het makkelijk te behalen succes door likes verzandt de urgentie om inhoudelijk te zijn.

Kortom, sociale media zijn interessant op het gebied van commercie en propaganda. Maar nuance en diepgang verliest terrein. Het zijn de kritische beschouwers, de onderzoekende denkers en de geduldige makers onder ons die we in de stroom gaan missen.

Foto: Kunstenaarsduo Annie Hal en Daniel Mihalyo van Lead Pencil Studio maakten dit werk.
Met het billboard nodigt Lead Pencil Studio kijkers uit te kijken naar het landschap i.p.v. naar een reclame-uiting.

Titel: Non-Sign II
Jaartal: 2010
Materiaal: staal[