cultuurbeleid

verkeersbord plein
Zo door de jaren heen is er al veel beleid gemaakt rondom cultuur. Kunst blijkt vooral iets te moeten dienen. Bijvoorbeeld wijkpolitiek (creatievelingen dienen te verbinden en arme wijken op te fleuren), de heilige markt (cultuurmakers zijn tegenwoordig cultuurondernemers), onderwijs (cultuureducatie maakt betrokken burgers), internationale betrekkingen (de koning neemt graag Introdans of een andere prachtige exponent van ‘onze’ Nederlandse cultuur mee bij de handelsreizen: kunst smeert de verkoop). Zolang het allemaal maar nut heeft.

Uit het zicht geraakt, is de op zichzelf staande waarde van kunst en cultuur. Zoals die van ontspannen, beroeren, verbeelden, spiegelen, troosten, schudden, schoppen en zo meer. Het zijn die eigenschappen van kunst die ervoor zorgen dat een cultuur in beweging blijft. Wat mij betreft een essentieel onderdeel van een gezonde en vrije samenleving.

Met de verkiezing in het verschiet, oreren de heren politici verbeten over de Nederlandse identiteit. Wat vooral gaat over wie ze er niet liever bij willen en welke Nederlandse folklore toch echt bewaard moet. Tot zover het vergezicht van de politici op het thema identiteit. Erachter schuilt teleurstellend weinig visie op wat die identiteit precies is en vormt. Kunst en cultuur is in partijprogramma’s bij- of geen zaak. (Waarbij opvalt dat de hardste schreeuwers het minst op hebben met cultuur). Wat bij bevreemdt, want hoe kun je kunst en cultuur los zien van identiteit?

In het licht van al die zorgen over de ‘Nederlandse identiteit’ is het wrang hoe creatief Nederland de consequenties ervaart van eerder afbraakbeleid. Al zijn er nog banen in de culturele sector te verdelen, het zijn toch de creatieven in het culturele landschap die doormodderen met slecht betaalde klussen en stages. Het laatste treffend geïllustreerd door de enorme vraag naar stagiaires. Dat geeft een ontluisterend beeld van de stand van zaken in Nederland maar ook hoe serieus het beleidsbepalende deel van de sector zelf kunst en cultuur kennelijk neemt.

Voor de komende kabinetsperiode wens ik dat het anders gaat. Ik hoop op een visie op de betekenis van cultuur in zijn volle breedte en met de juiste investeringen om kunst en cultuur in Nederland een serieuze plaats in onze maatschappij te geven. Een plek waar het mag borrelen, bruisen, kweken, bloeien, twijfelen, bespiegelen en innoveren, een plek die een samenleving doet leven.

Onder deze groep vallen musea, theaters, schouwburgen, uitgeverijen, reclamebureaus, productiebedrijven, bibliotheken, boekwinkels, persbureaus, omroepen, monumentenzorg, bioscopen, circus, design et cetera.

Enkele cijfers

  • Rutte I was in 2012 verantwoordelijk van een daling van de rijksuitgaven met 21 %.
  • In 2015 bedroeg de gehele cultuurbegroting van OCW 713 miljoen.
  • Het aantal banen in de hele economie groeide in de periode 2010 -2015 met 1,4 procent, in de culturele sector was er een daling van 14,3 %.
  • In 2010 waren er 162.830 banen in de culturele sector in 5.880.000 vte, in 2014 waren dat 141. 220 banen in 5 783.000 vte.
  • In 2010 waren er 960.000 zelfstandigen in de culturele sector, in 2014 zijn dat er 1.033.000. In de periode 2010- 2015 groeide het aantal zelfstandig met 14, 2 %. Ter vergelijking: in andere sectoren was dat gemiddeld 7,6 %.
  • In 2010 waren er 90.236 stagiaires actief, in 2014 waren dat er 107.770.
  • De bijdrage aan het bruto nationaal product schommelt al jaren op ongeveer op 2,25 procent, zo’n 600.000 euro.

bronnen: rapport Cultureel Planbureau en ministerie Onderwijs, cultuur en wetenschap: publicatie Cultuur in beeld 2016

Wat vinden de partijen?

  • Partij voor de Dieren is “voor het herstel van het hart van een vrije samenleving” en wil daarom structurele verhoging van het budget. Verder een vaste plek van cultuuronderwijs in de curriculum van scholen.
    “Mensen zijn creatieve wezens. Kunst en cultuur horen bij ons menszijn en zijn waardevol voor een open en bloeiende samenleving. De overheid kan een rol vervullen als subsidieverstrekker, opdrachtgever en hoeder van ons culturele klimaat en erfgoed.”
  • Groenlinks wil meer geld voor cultuur en kunst, talentontwikkeling en het behoud van erfgoed. GL vindt dat kinderen recht hebben op cultuur en wil ze al jong de mogelijkheid geven om kennis te maken met cultuur via onderwijs.
  • PvdA wil 100 miljoen extra voor cultuurbeleid, vooral voor betere arbeidvoorwaarden voor de makers en ten behoeve van talentontwikkeling. Cultuureducatie gericht op het vmbo en een vaste plek in het curriculum voor cultuuronderwijs.
  • D66 wil de schade herstellen van eerder beleid. Investeren in talentontwikkeling, cultuureducatie en vernieuwende uitingen en in aankoopfonds. In de volle breedte van het onderwijs een vaste plek voor cultuureducatie.
  • ]SP wil extra investeren in theaters, festivals, orkesten en musea. Kunst toegankelijk maken voor iedereen door meer kunst en cultuur in de openbare ruimte en 1 dag in de week gratis toegang in een rijksmuseum. Daarnaast bestrijden van de stille armoede onder kunstenaars door hun sociale zekerheid te verbeteren. Een popfonds en een Nationaal Historisch Museum. Verder cultuureducatie door vakkrachten en verdiepen door middel van doorlopende leerlijnen.
  • 50 + wil ook een cultuurkaart voor ouderen en cultuuronderwijs voor mensen die aan tweede jeugd beginnen.
  • CDA richt zich op verenigingsleven en topinstituten.
  • Denk vindt dat cultuur een brede cultuur moet dienen en iedereen moet aanspreken
  • VVD laat het aan de markt over, ook SGP vindt cultuur geen zaak van de overheid en de PVV wil geen geld naar kunst. 

bron: https://www.nrc.nl/nieuws/2017/03/03/programmawijzer-a1548620