‘Spreekt u niets dan de waarheid, de volledige waarheid?’
Bestaat er een waarheid die in woorden is te vangen? Eigenlijk niet en nooit volledig, is mijn stelligste overtuiging. De betekenis van een woord is omlijnd. Op dat moment. De strekking zal door de tand des tijds oprekken of een andere kleur krijgen – van plaats veranderen. Eigenlijk zijn woorden vloeibaar.
Woorden verblijven vaak in groepjes. De onderlinge samenhang schept een beeld waarin meer betekenis besloten ligt. Er ontstaat context, al is er altijd een schemergebied tussen hoe jij de context ziet en ik. Welke woorden voor jou meer zwaarte hebben. Elkaar verstaan blijft toch gissen.
‘Spreekt u niets dan de waarheid, de volledige waarheid?’
Een wetenschapper hoef je deze vraag in elk geval niet te stellen. Anders dan de naam doet vermoeden, zeker weten doet de wetenschapper niet. Hij wil het ongekende vinden in onontgonnen gebied. Niet weten brengt onderzoeker het verst. Wetenschap is onderzoek dat niet af is als het gedaan is.
‘Spreekt u niets dan de waarheid, de volledige waarheid?’
Taal begrenst de waarheidsvinding, een deel blijft ongezien. Hoe gevarieerder de club die zoekt, hoe rijker de taal die het kijken stuurt. Het argument voor diversiteit in welk landschap dan ook.
Antwoord
Welk woord ontsluit het antwoord? En dan? Hoe aanschouw je het antwoord dat je vindt?
Waar antwoorden niet verder reiken dan je denkraam, is het de verbeeldingskracht die ruimte schept. Het argument voor creativiteit en een vrije kavel waarop je mag experimenteren.
Ik weet dat als ik het denk te weten, er een ongekend deel blijft bestaan. Niet zeker weten is onlosmakelijk met ons verbonden. Gelukkig maar, denk ik dan. Zonder twijfel zijn er geen vragen. Zonder vragen geen ontwikkeling. Wat als twijfel geen ruimte meer krijgt: waar blijf je dan?