Gisteren was ik met mijn museumvriend naar een expo over Mondriaan in Winterswijk. Mondriaan voldoet aan het beeld van de kunstenaar bij wie al van jongs af aan duidelijk is dat dit is wie hij is. Iemand die vanaf jonge leeftijd wilde tekenen, schilderen. Het onontkoombaar talent spat er van af en hij doet er alles aan om dit verder te ontwikkelen.
Wat maakt zijn werk goed? Waaraan zie je dat? Ik denk aan de trefzekerheid van dat wat hij doet, het kijken, het maken van keuzes en daar consequent in zijn. Oké, op de tentoonstelling zie je alleen die werken die bewaard zijn, de tekeningen en schilderijen die hij op jonge leeftijd heeft gemaakt en wilde bewaren; al die mislukte pogingen, het geploeter en gezoek, wat er toch echt geweest moet zijn: dat krijg je niet te zien. Zijn successen vormen ons beeld over hem als wonderkind. We zagen schilderijen uit zijn jonge jaren, en die zijn allemaal raak. Je ziet het schilderplezier ook. De lol van dat wat er gebeurt als je verf op het doek zet, de wereld die ontstaat, de keuzes die het je laat. Bij dat plezier gaat het eigenlijk niet zozeer om het onderwerp: het gaat om verf, vlak, kleur, toets, contrast, compositie.
De gang naar het latere abstracte werk ligt al in het werk besloten. Al bleef het tafereeltje herkenbaar, hij bracht de werkelijkheid terug naar vorm. Je ziet hoe graag hij een beeld met het zetten van consequent gerichte toetsen opbouwt – als het niet zo revolutionair zou zijn geweest, is het niet meer dan logisch dat hij naar dat abstractieniveau is gegaan. Je ziet hoe hij zoekt naar de vorm, afbakenen en kadering is leidend. Wat ontstaat er als je jezelf beperkt? Hoe creëer je dan spanning? Hoe ontstaat een beeld dat de blik vangt, stuurt en vasthoudt? Het vraagt wat om zo consequent te zijn in je keuzes terwijl je zo’n enorm palet tot je beschikking hebt.
In Mondriaans vroegere werk zie je een interpretatie van de werkelijkheid, met de in die tijd gangbare romantische blik. In zijn latere werk abstraheert hij de werkelijkheid zodanig dat er een geheel nieuwe werkelijkheid ontstaat, één die alleen maar op dat doek bestaat en nergens anders te vinden is. Zie hier de revolutie. <
Tegenwoordig kleurt Mondriaans weergave van de werkelijkheid ook de echte wereld. Zoals in Winterswijk waar tot vervelends toe het blokschema van Mondriaan te zien is, ze zijn duidelijk trots op hun oude inwoner. Op de prullenbak een plakplastic schilderij van Mondriaan, in de etalages Mondriaan behang. Als het zou kunnen, zou hij zich omdraaien in zijn graf, met dat voorbehoud dat ik niet weet hoe de man zou aankijken tegen de commerciële uitingen die in deze tijd zo met ons leven zijn verweven.
De schematische werkelijkheid zoals Mondriaan het toonde op het schildersdoek, is inmiddels onderdeel van onze vocabulaire. Mondriaan en zijn kunstenaarsvrienden hebben een referentiekader geschapen dat niet meer weg is te denken. Het conceptmatig denken in de kunsten is gemeengoed. In de jaren ’80 kwamen Mondriaan en de zijnen zelfs de huiskamer binnen, waar mensen hun interieur gingen inrichten met veel wit, grijs en zwart, en accenten in primaire kleuren: nou ja, dat had voor mij niet echt gehoeven.
(gezien: Villa Mondriaan in Winterswijk, Mondriaan: de familie (nog te zien tot 27 oktober 2023)